Intro
Eergisteren was de
vrijwilligersdag van mijn patiëntenvereniging Stichting Olijf (netwerk voor
vrouwen met gynaecologische kanker en hun naasten). Voor mij de eerste live ontmoeting met andere Olijfjes sinds ik 1,5 jaar geleden als vrijwilliger
redacteur ben ingestapt. Door Corona was dat eerder helaas niet mogelijk. Het
was een mooie zomerse dag met fijne, warme ontmoetingen, persoonlijke
gesprekken over onze ervaringen met kanker èn met ontspanning en gezelligheid. Wat
een leuke, aardige, sterke vrouwen (en enkele mannen) bij elkaar en wat een
indrukwekkend actieve patiëntenvereniging! Ik ben trots erbij te mogen horen! En … ik heb
genoten!
Op de terugreis
naar huis mijmer ik in de auto over het woord ‘lot’. Waarom geeft dat woord me toch
elke keer een somber, slachtoffer-achtig gevoel? Hoezo is het mijn lot of dat
van anderen dat we kanker hebben gekregen? Stond dat soms al bij onze geboorte in de sterren geschreven of hebben we
iets fout gedaan en hebben we als onontkoombaar gevolg daarom kanker gekregen? Rest
ons daarom nu niets anders dan dapper ons lot te aanvaarden? Of moeten we
kanker misschien zien als lot uit de loterij? Omdat je van al die shitty
levenservaring ook zo ontzettend veel kan leren? Of omdat de meesten van ons veel dankbaardere
mensen zijn geworden dan daarvoor? Met name wanneer onze artsen erin zijn
geslaagd om de kanker helemaal uit ons lichaam te verwijderen (idealiter) of omdat
ze de kanker tijdelijk een halt hebben toegeroepen. Dat is toch een lot uit de
loterij?! Want al die noodzakelijke, rottige behandelingen helpen vaak om het
leven dat we zo graag met onze dierbaren willen blijven leven, te verlengen. Ook al is die verlenging soms korter dan we
zouden willen. Ik kom er niet zo goed uit.
Lotgenoten
Ook de term ‘lotgenoten’
roept bij mij mixed feelings op. Ik pak de begripsomschrijving uit het
Nederlands woordenboek (Woorden.org) er maar eens bij. Lotgenoot: Iemand die in
dezelfde (vervelende) omstandigheden verkeert, medeslachtoffer, kameraad en
vriend.
Vooral het woord
‘slachtoffer’ maakt me boos. Ik vind het
vooral dikke pech dat ik 3 jaar geleden kanker kreeg maar ik beschouw mezelf
beslist niet als slachtoffer of zielig persoon. En ik prijs mezelf elke dag gelukkig
dat ik tot nu toe ‘clean’ ben. Dat is niet iedereen gegund. Hopelijk komt het
nooit meer terug! Maar ik ben beslist
niet zielig en ik ben geen slachtoffer. Daarvoor ben ik immers veel te
levenslustig. Dat geldt ook voor de vrouwen die ik tijdens de
Olijf-vrijwilligersdag sprak. Zij wekken allerminst de indruk zielige
slachtoffers te zijn. Integendeel zij stralen allen, ondanks het feit dat ze
net als ik last hebben van late gevolgen- of erger nog- één of meer recidieven
hebben gehad, kracht en optimisme
uit. Wauw, wat een sterke, positieve club!
En wat verzetten zij individueel en samen veel werk voor onze prachtig patiëntenorganisatie.
Ik ben trots dat ik daar als vrijwilliger ook deel van mag uitmaken!
De andere begripsomschrijvingen
(iemand in vergelijkbare omstandigheden, kameraad en vriend) maken me gelukkig veel
blijer. Ik vind het fijn om te weten dat er anderen zijn, die snappen wat ik
doormaak omdat ze ook een vorm van gynaecologische kanker hebben (gehad). En
het is steunend om af en toe ervaringen uit te wisselen of te rade te gaan bij meer
ervaren anderen. Telefonisch, online of live. Daardoor krijg je ook een
bijzondere band met elkaar. Juist door
de gedeelde shit. Zonder die K-kanker was dat nooit gebeurd. Lotgenoten in die
betekenis worden als het ware nieuwe vriendinnen, waar je in tijden van
voorspoed en tegenspoed altijd een beroep op kan doen. Hoe fijn is dat?!
Lot-genieten
Later, thuis op de bank met een kopje thee, realiseer ik me opeens dat ‘genoten’ ook de onvoltooid verleden tijd van het
werkwoord ‘genieten’ is. Eigenlijk
spreekt de term ‘lot-genieten’ me daarom veel meer aan dan 'lot-genoten’. Niet
dat kanker iets is om uitbundig van te genieten, integendeel. Maar ervaringen
delen met anderen die iets vergelijkbaars is overkomen, elkaar steunen en
bemoedigen, maakt je kanker-lot dragen een stuk dragelijker.
Volgens mij kunnen
we dat binnen Olijf goed. Niet alleen als vrijwilligers onderling maar ook met alle
vrouwen met gynaecologische kanker die telefonisch via de Olijf-lijn, onze site,
whatsapp of via online en live bijeenkomsten de weg naar Olijf weten te vinden.
De vrijwilligersdag was daar een mooi bewijs van. Al die spontane gesprekjes
met lotgenoten over ‘Wat heb jij?, Hoe heb jij dit doorstaan? En hoe gaat het
nu met je?’ raken en ontroeren me. Binnen 5 minuten met relatief onbekende
vrouwen praten over heel persoonlijke ervaringen en gevoelens, is zo waardevol!
Op dat soort momenten voel ik me meer een lot-genieter dan een lot-genoot.
En jij?
Vind jij
lotgenotencontact net als ik ook heel steunend en fijn? Of heb je een ernstige
ziekte maar nog niet de weg gevonden naar een passende patiëntenvereniging?
Schroom dan niet om lotgenotencontact te zoeken. Online of life (zie ook
onderstaande link van Kanker.nl). Want lotgenotencontact kan je leven een stuk
dragelijker maken!
En wat vind
je van mijn voorstel om voortaan ‘lot-genieten’
in plaats van ‘lot-genoten’ te zeggen? Of draaf ik nu een beetje door?
Ik ben
benieuwd naar jouw reacties!
Levendige
groet,
Christa
Meer
weten:
· Kanker.nl.
Platform voor mensen met kanker. Over lotgenotencontact: https://www.kanker.nl/gevolgen-van-kanker/omgaan-met-kanker/wie-kan-helpen/lotgenoten
· Stichting
Olijf (voor vrouwen met gynaecologische kanker): www.olijf.nl. Voor
lotgenotencontact: https://olijf.nl/lotgenoten/telefonisch-contact-via-de-olijflijn
· ChristaBlogt:
Ben je benieuwd naar mijn ander blogs? Bijvoorbeeld de blog die ik over Levenskunst
schreef?
https://christablogt.blogspot.com/2021/08/blog-24-levenskunst.html
Voor mijn overige blogs zie: https://christablogt.blogspot.com/
Reacties
Een reactie posten